Soms komen we op de praktijk een patiëntje tegen dat nét iets bijzonderder is dan de rest van onze -uiteraard allemaal op hun eigen manier bijzondere- patiënten…
Deze knapperd heet Kees en kwam bij ons voor castratie, een mooie rode kater mét een zwart veegje bij zijn neus. Als wij als dierenartsen zoiets zien, proberen we ze altijd even “schoon te poetsen”, want het is meestal een veegje smeer of iets dergelijks… Dit veegje gaat echter nergens heen, de haren zijn gewoon zwart!
‘Nou en?’, zul je misschien denken. Maar dit is eigenlijk best wel een bijzonder iets. Vaak wordt er gedacht: rood = kater, schildpad/lapje = poes. Dat eerste is lang niet altijd het geval, maar dat laatste normaal gesproken wel. Dat heeft namelijk te maken met de genetica van de kat. Het gen voor de kleur zwart of de kleur rood, zit op het X-chromosoom. Eén X-chromosoom kan één variant van het gen bevatten. Dus het X-chromosoom “is” rood of zwart. Niet allebei.
Net als bij de mens, heeft een vrouwtje twee X-chromosomen (XX) en een mannetje een X- en een Y-chromosoom (XY). Zo kan een poes dus een zwarte basiskleur hebben (twee zwarte X-chromosomen), een rode basiskleur (twee rode X chromosomen) of rood-zwart (een rood en een zwart X-chromosoom). Katers hebben echter maar één X-chromosoom. Hun basiskleur kan dus rood of zwart zijn, maar niet allebei!
Ténzij er iets bijzonders aan de hand is… In principe zijn er twee bijzonderheden die kunnen optreden. Bij de eerste is er een foutje ontstaan in de zaad- of eicel, en zijn er per ongeluk twee X-chromosomen en een Y-chromosoom in één embryo beland, een XXY-kater, ook wel Klinefelter genoemd. Meestal zijn deze katers onvruchtbaar, en ook de gezondheid en ontwikkeling laat vaak te wensen over. Deze katers kunnen dezelfde tekeningen vertonen als een poes.
De tweede bijzonderheid is vermoedelijk de oorzaak van dit schattige zwarte veegje, en dat is dat er bij Kees sprake is van chimerisme. Hij is een chimaera. Bij chimerisme zijn op de een of andere manier cellen met twee verschillende genetische codes in één embryo beland. Dat komt meestal doordat in een heel vroeg stadium in de ontwikkeling de cellen van twee embryo’s samengekomen zijn en één embryo hebben gevormd. Een soort omgekeerde Siamese tweeling. Dat kan betekenen dat het DNA van bijvoorbeeld de lever, anders is dan het DNA van de nieren. Zonder DNA-onderzoek is dit in de meeste gevallen niet te achterhalen, dus het is ook niet te zeggen hoe vaak dit voorkomt in onze huisdieren. Maar soms, zoals in het geval van Kees, hebben we dus geen DNA-onderzoek nodig, omdat er een klein beetje DNA af te lezen is aan dat kleine zwarte veegje bij zijn neus.
En dat vinden wij toch best bijzonder!