DE DRACHT VAN DE HOND EN DE GEBOORTE VAN DE PUPS
Dracht hond
Vaststellen drachtigheid
Er zijn enkele methodes om erachter te komen of een teef drachtig is. Rond de 30e dag na de dekking kan de dierenarts de buik navoelen of er pups voelbaar zijn. Bij forse en zware honden is dit erg lastig. Het is ook mogelijk om door middel van een echo te beoordelen of de hond drachtig is. Dit kan rond 28-30 dagen na de dekking. De laatste mogelijkheid is door middel van een röntgenfoto. Deze kan gemaakt worden 1-1,5 week voor de uitgerekende datum.
Via een echo is het niet mogelijk om het aantal pups te tellen, we kunnen wel een indicatie geven. Via een röntgenfoto zijn de pups beter te tellen, maar ook dit geeft geen 100% garantie.
Als er slechts één of twee pups verwacht worden, kan het voorkomen dat de pups zo groot worden dat een natuurlijke bevalling onmogelijk is. Bij grotere aantallen pups is het formaat meestal geen probleem voor een natuurlijke bevalling.
De duur van de dracht
De dracht van een hond duurt gemiddeld negen weken (= 63 dagen). Echter de pups kunnen al geboren worden vanaf 59 dagen na dekking. Als de dracht langer dan 67 dagen duurt, moet de dierenarts gewaarschuwd worden. Over het algemeen geldt dat hoe groter het nest is, hoe korter de dracht, en hoe kleiner het nest is, hoe langer de dracht.
Voeding van de teef
Het is niet nodig om de teef extra te voeren in de eerste zeven weken van de dracht. Het komt zelfs voor dat de teef rond de 28-30e dag een paar dagen weinig eet. U kunt haar na de zevende week bijvoeren met puppybrokken of andere ‘kracht’voeding. De teef moet vooral niet bijgevoerd worden met melk, de kans op diarree is dan groot.
Ontwormen
Het is verstandig om vlak voor de bevalling de teef te ontwormen. Na de bevalling is het verstandig de teef iedere keer gelijk met de pups te ontwormen, om de kans op herbesmetting te verkleinen.
Verschijnselen van de naderende bevalling
Ruim voor de bevalling is de buikomvang van de teef vaak flink toegenomen, ook de melkklieren beginnen wat op te zetten. In de voorbereidingsfase bereidt de teef zelf de komst van haar pups voor. De teef zal zich meestal vaak likken, voornamelijk bij de vulva.
Normaal gesproken ligt de lichaamstemperatuur van een hond tussen 38,0-39,0℃. Enige tijd voor de bevalling zakt de temperatuur van de teef. Deze periode kan enige dagen duren. Vlak voor de bevalling zakt de temperatuur weer, vaak tot 36,5℃. In de ontsluitingsfase, 12-24 uur voordat de pups geboren worden, heeft de teef weeën. Deze weeën zorgen ervoor dat de baarmoedermond wordt opgerekt. Dit is van buitenaf vaak nog niet te zien, maar kan wel tot veranderingen in gedrag leiden. De dieren hebben minder trek dan normaal en ze plassen en ontlasten veel, waarbij de ontlasting wat dunner kan worden. Soms valt het op dat de teef een helder, taai, soms iets melkachtig, wit slijm verliest. Dit is het teken dat de ontsluiting en de bevalling binnen 24 uur moet plaatsvinden. Vlak voor de bevalling begint als gevolg van de weeën de temperatuur weer te stijgen tot ver boven 37,0℃.
De bevalling
Vlak voor de uitdrijvingsfase begint, zal de ademhaling sneller gaan en kan de teef gaan braken. Binnen enkele uren nadat het eerste vruchtwater is afgekomen, moet de eerste pup geboren zijn. Het vruchtwater kan overigens wat groen zijn, in dat geval moet de eerste pup binnen één uur geboren zijn. Zo niet, dan moet u de dierenarts waarschuwen.
De uitdrijvingsfase begint op het moment dat de teef actief mee gaat persen met de weeën. Dit meepersen is het gevolg van een reflex. Deze reflex wordt veroorzaakt doordat er een puppy in de bekkenholte ligt. Tijdens een wee zal de teef meerdere malen persen. Het persen kan enige tijd duren. Bij voorkeur moet binnen drie kwartier vanaf het begin van het actieve persen, dat wil zeggen dat de teef bijna geen rust meer neemt tussen de weeën, de eerste pup er zijn.
Teven nemen na de geboorte van elke pup meestal een kortere of langere pauze waarin niet geperst wordt. Het duurt gemiddeld drie kwartier tussen de geboorte van twee pups. Bij de tweede en volgende pups geldt dat op het moment dat de teef actief aan het persen is, de pup er bij voorkeur binnen een half uur moet zijn. De pauze waarin niet geperst wordt, kan soms wel een aantal uur duren. Teven kunnen tijdens deze periode in slaap vallen, waardoor het nog wel langer kan duren voor ze weer begint met persen.
Als een teef al lang aan het persen is, en de pup is deels zichtbaar, dan kan voorzichtig geprobeerd worden de teef een beetje te helpen. Als een jong nog in de vruchtvliezen zit bij de geboorte, bijt de teef deze stuk. Als de teef het niet kan, zoals bij sommige onervaren teven en bepaalde rassen het geval is, moet de eigenaar dit doen. Als de teef haar pups niet droog likt, moeten ze ook goed drooggewreven worden.
Wanneer is het noodzakelijk om langs te komen:
- In alle bovenstaande gevallen waarin de maximum tijd wordt overschreden
- Als de teef al een uur of twee zwak perst, maar er wordt niks zichtbaar
- Als er nog pups in de baarmoeder zijn en er is al ruim drie uur niet meer geperst
- Stinkende of raar gekleurde uitvloeiing uit de vulva (groene uitvloeiing mag)
- Verlies van veel bloed via de vulva
- Onzekerheid over het geboorteverloop of de gezondheid van de teef en/of pups
- Als de teef ziek lijkt (braken en diarree rond de geboorte zijn vaak ‘normaal’)
Nageboorte
Elke pup heeft een eigen nageboorte. De nageboorte komt als regel na elke pup af. Soms gebeurt het dat er eerst twee pups komen en dan pas twee nageboorten. Meestal zit de nageboorte nog aan de pup vast. Maar omdat de nageboorte niet meer met de teef is verbonden, krijgt de pup na geboorte geen zuurstof meer via de navelstreng. De teef eet de nageboorte op, en deze breekt af op een bepaalde plek in de navelstreng. Van het opeten van de nageboorte kan de teef misselijk worden, dus dit het liefst voorkomen. Soms moet het verbreken van de navelstreng door de eigenaar gebeuren. Doe dit vrij ver van de buik van de pup, om inscheuren in de buik te voorkomen.
Na de bevalling
Blijft de teef na de bevalling onrustig, dan is het verstandig te laten controleren of ze inderdaad ‘leeg’ is. De dierenarts kan dan eventueel een injectie geven om eventueel achtergebleven nageboorte of pups alsnog geboren te laten worden.
De teef mag geen troebele of stinkende uitvloeiing krijgen. De normale uitvloeiing is gedurende drie dagen roodbruin en tot de tiende dag mag deze uitvloeiing helder slijmerig zijn.
De eerste weken na de bevalling heeft de teef erg veel water en voedsel nodig om voldoende melk voor de pups te kunnen maken. Zorg dus voor vers water en voldoende brokken. Blikvoeding en vlees zijn minder geschikt, omdat het meer water dan voedingsstoffen bevat en er daardoor erg veel van moet worden gegeten wil het voldoende zijn voor de teef. De behoefte aan voer kan oplopen tot zo’n drie tot vier keer de normale hoeveelheid. Het is beter de hoeveelheid eten voor de teef te verdelen over meerdere maaltijden per dag, omdat ze zich anders kan overeten.
Als de pups zelf kunnen eten, dan moet uiteraard de hoeveelheid voeding van de teef weer verminderd worden.
De pups
Gewicht
Pups mogen na de bevalling niet afvallen! Gebeurt dit wel, dan is er iets mis; of de teef heeft te weinig melk of de pups drinken te weinig, bijvoorbeeld door een opkomende ziekte. Ook dan is het verstandig de dierenarts te bellen. De pups moeten dagelijks gewogen worden op een nauwkeurige weegschaal. Pups van kleine rassen groeien minimaal 10-20 gram per dag, pups van grote rassen 30-60 gram per dag. Ongeveer op de tiende dag na de geboorte gaan de oogjes open en hebben de pups als het goed is hun geboortegewicht verdubbeld. Mocht een pup niet voldoende aankomen, dan moet deze worden bijgevoerd met puppymelk. Geitenmelk, koemelk e.d. hebben een andere samenstelling en zijn niet geschikt.
Temperatuur
De eerste paar weken kunnen pups hun lichaamstemperatuur niet goed op peil houden. De eerste week moet de temperatuur in hun directe omgeving ongeveer 32℃ zijn. Als het in de nestkist niet warm genoeg is, kunt u de temperatuur verhogen door middel van een warmtelamp of verwarmingsdeken. Een kruik onder een handdoek is ook altijd nog een goede manier om de temperatuur voor de pups te verhogen. De temperatuur in de nestkist kunt u controleren door een thermometer tussen de pups te leggen.
Een te lage temperatuur heeft als gevolg dat de pups veel energie nodig hebben om warm te blijven, daardoor blijft er weinig energie over, met als gevolg dat ze zullen vermageren en tenslotte onderkoeld raken. Dit kan uiteindelijk de dood tot gevolg hebben.
Ontwormen en enten
De pups moeten worden ontwormd op 2, 4, 6 en 8 weken leeftijd. De eerste enting moet worden gegeven op 6 weken leeftijd, daarna op 9 weken en tenslotte nog op 12 weken leeftijd.
Wanneer naar de dierenarts?
- Als de pups onvoldoende groeien
- Als er ziekte is onder de pups
- Als er sterfte is onder de pups
- Als de moeder ziek is, abnormale uitvloeiing heeft of onvoldoende aandacht voor de pups heeft
Chip- en registratieverplichting
Sinds 1 april 2013 moeten alle honden binnen zeven weken na de geboorte gechipt worden en vóór de leeftijd van acht weken bij een aangewezen databank geregistreerd worden. Deze wettelijke regeling is ingesteld door het Ministerie van Economische Zaken en heeft als doel om de malafide hondenhandel aan te pakken.
UBN (Uniek Bedrijfsnummer)
Een UBN is een Uniek Bedrijfsnummer voor de locatie waar u honden houdt. Ook als u geen bedrijfsmatige hondenhouder bent, heeft u een UBN nodig (voor het chippen van uw honden en de uitgifte van paspoorten). U vraagt dan een UBN voor niet-bedrijfsmatige houder van honden aan. Dit kan via de website https://www.rvo.nl/onderwerpen/identificatie-en-registratie-dieren/honden/ubn-niet-bedrijfsmatig-honden. Met deze stappen vraagt u vervolgens uw UBN aan:
- Ga naar ”Direct uw UBN aanvragen”
- Kies onder ”Direct regelen” voor ”Registreren”
- U logt hierna in met DigiD, na inloggen ziet u uw gegevens
- Klik op ”Registreren”, u maakt nu automatisch een UBN op uw adres aan
- Het UBN ziet u in het volgende scherm (u krijgt geen bevestiging)
- Uw UBN is meteen actief
Het registreren van een UBN voor niet-bedrijfsmatig gehouden honden kost eenmalig €19,-. Heeft u al een UBN voor een andere diersoort? En voegt u de diersoort Hond niet-bedrijfsmatig daaraan toe? Ook dan betaalt u eenmalig een bedrag van € 19. De factuur krijgt u niet direct. Deze krijgt u per post in het jaar na uw UBN-aanvraag. U betaalt pas zodra u uw factuur ontvangt.
Twijfelt u of u wel- of niet-bedrijfsmatig honden houdt? Kijk dan op de website https://www.rvo.nl/onderwerpen/dieren-houden-verkopen-verzorgen/bedrijfsmatig-huisdieren-houden voor meer informatie.